Voor een NVO orthopedagoog zich NVO orthopedagoog-generalist mag noemen moet zij na een studie pedagogiek aan de universiteit bijna drieduizend uur werkervaring hebben opgedaan en een aanvullend postmaster traject van zeker twee jaar met succes hebben afgerond en bijna 500 accreditatiepunten aan nascholing (zo’n kleine 100 scholingsdagen). Tijdens dit traject wordt er ook bijna honderd uur besteed aan supervisie. Daarbij kijkt zij samen met een supervisor kritisch naar hoe zij in haar werk behandelingen toepast en hoe zij met vragen, problemen en cliënten omgaat en werkt zij casuïstiek uit. Als aan alle voorwaarden is voldaan, kan de NVO orthopedagoog zich registreren als NVO orthopedagoog-generalist. Orthopedagoog Generalist is vanaf juni 2020 een van rechtswege beschermde titel (wet BIG).
De orthopedagoog generalist gaat uit van de rechten van het kind en van de rechten van de persoon met een handicap. Beide cliëntgroepen kenmerken zich doordat zij zich in een pedagogische afhankelijkheidsrelatie bevinden. Meestal zijn pedagogische relaties beschermend en bevorderen zij ontwikkeling. Daarom leidt het benutten en versterken van de beschermende factoren in die relaties tot het zo optimaal mogelijk functioneren van individuele cliënten. Soms echter ligt de oorzaak van individuele gedrags-, leer- of ontwikkelingsvraagstukken juist in een niet goed functionerende of verstoorde pedagogische relatie. De orthopedagoog generalist is een expert als het gaat om het benutten van die pedagogische relatie om individuele gezondheid van kinderen, jeugdigen én volwassenen te bevorderen. Hij is ook een expert in herstel en ontwikkeling daarvan, in situaties waarin de pedagogische relatie oorzaak is van een individueel gezondheidsvraagstuk.